Foto’s schieten in RAW. Professionele digitale camera’s, systeemcamera’s en veel high-end smartphones bieden deze optie aan, naast het gangbare foto’s nemen in JPEG formaat.  Waarom zou je in RAW schieten, een formaat dat soms tot wel tien keer zoveel ruimte inneemt dan JPEG? Het belast ook je computer zwaarder met bewerken en is vaak niet met een standaard imageviewer te openen, of bewerkbaar met standaard apps.

Wat is ‘RAW’ precies en hoe werkt het?

Vroeger werd er op filmrolletjes geschoten. Liefhebbers van analoge filmrol camera’s doen dit nog steeds. De film is als het ware een analoge sensor in plaats van een digitale. Deze neemt het licht op, via de lens, het diafragma en de sluiter. Dit gebeurt per foto telkens op een nieuw stukje film, tot het rolletje op is. De elektronische beeldsensor in digitale camera’s doet hetzelfde, maar slaat de gegevens op een digitaal ‘negatief’: RAW-formaat.

Verschillende merken hebben hun eigen bestandsnaam extensie voor het RAW formaat, zoals Sony .ARW heeft, Nikon heeft .NEF en Canon ten slotte .CR2. In het digitale negatief zit veel meer oorspronkelijke kleur- en licht data opgeslagen dan in een JPEG bestandsindeling. Maak je een JPEG conversie van een RAW foto, dan gaat veel van die data verloren.

RAW vergeleken met JPEG

originele foto

originele foto

Als voorbeeld laat ik hierboven een foto van een van mijn eerste fotoshoots uit 2015 zien waarbij de camera instelling op RAW+JPEG tegelijk stond. Dit is zonder bewerking. Ik heb dus beide bestandsindelingen, die er in het beginsel nagenoeg hetzelfde uitzien. De kracht van RAW wordt echter zichtbaar wanneer ik de kleuren en helderheid van de foto ga aanpassen. Dit heb ik even tot in het extreme gedaan zodat je de verschillen beter ziet. Let vooral goed op wat met de overbelichte jurk en de donkere poort rechtsonderin gebeurt.

Bewerkt vanaf RAW

Bewerkt vanaf RAW

Bewerkt vanaf JPEG

Bewerkt vanaf JPEG

Zie je dat bij de RAW foto de onderbelichte stukken weer zichtbaar worden? Ook de kleuren behouden een meer natuurlijke toon. Bij de JPEG daarentegen blijven massief zwarte kleuren ook echt zwart, terwijl net zichtbare kleurtonen erg onnatuurlijk ogen.

De kracht van RAW editing programma’s.

Wanneer je doorhebt wat er allemaal mogelijk is met RAW beelden wat niet met JPEG kan, wil je niet meer anders. Het was voor mij een van de vele echte drijfveren om vaker mijn digitale spiegelreflex camera bij me te dragen. Ik vond het in het begin irritant een RAW image viewer te moeten gebruiken. Sinds Windows 10 zit die er gelukkig al standaard in. Anders zijn er genoeg gratis apps voor te vinden. Met een RAW-editing programma als Adobe Lightroom kun je grote aantallen RAW beelden tegelijk bekijken én bewerken, zonder op lange laadtijden van thumbails te moeten wachten in Verkenner. Als je geen snelle SSD en geen goede grafische kaart hebt, is het via verkenner amper te doen!

Je kunt beeldmateriaal ook erg goed sorteren en filteren, evalueren, vergelijken (met andere fotos of eerdere versies van dezelfde foto), én bestandsnamen hernoemen met een zelf in te stellen naamopvolging. Daarnaast kun je met Lightroom kleurcorrecties, lichtcorrecties en andere wijzigingen van grote aantallen foto’s gelijkend houden en deze ook in latere stadia wijzigen. Je kunt ook meerdere versies naast elkaar bewaren. Dit zou veel lastiger zijn als je ze één voor één in Photoshop zou bewerken. In Photoshop kun je hooguit wel een ‘batch’ automatiseren, maar deze behandelt elke foto hetzelfde, zonder rekening te houden met verschillen in kleur of belichting in het bronmateriaal. Ook werken met verschillende gegroepeerde lagen in Photoshop wordt snel onoverzichtelijk wanneer het om reuze-aantallen gaat.

De slimme catalogus

Hoewel een programma als Adobe Lightroom misschien het idee geeft dat je deze RAW foto’s direct aan het bewerken bent, is dat niet zo. Het programma laat alleen een ‘live render’ (voorspelling van het eindresultaat) van het RAW bestand aan jou zien. Het slaat al je wijzigingen en bewerkingen op in een ander, tijdelijk bestand dat uniek is voor Lightroom. PaDit bestand is je Lightroom Catalogus, zorg dus als je hele bibliotheken en bestanden migreert tussen opslagruimtes dat je de catalogus ook volledig meeverhuist!

Hoe zit het dan met RAW op smartphones?

Technologie blijft exponentieel verbeteren en ook goedkoper worden. Althans, zolang er geen Apple naampje op zit. Alle high-end smartphones hebben sowieso al mogelijkheid in RAW te schieten, en binnen de kortste keren zullen alle smartphones dit standaard als optie hebben. 20 of 40 megapixel camera’s op smartphones zijn ook al niet bijzonder meer.

De hamvraag omtrent dit onderwerp is natuurlijk: loont het nog wel een spiegelreflex (of mirrorless) professionele camera te kopen van 2000 euro, als je ziet dat smartphones van 1000 euro ook RAW kunnen schieten in 40 megapixel?

Toch dient men rekening te houden met de volgende twee dingen: de zwakste schakel in het fotoproces, en de mogelijkheden die de hotshoe en diverse andere aansluitingen op een camerabody bieden. Met alleen maar het kunnen schieten van RAW naast JPEG op een smartphone, is bij lange na niet alles gezegd, blijkt uit het volgende.

Smartphone cameralenzen versus grote professionele lens

Bij een kleinere lens is een imperfectie van grotere impact dan op een grote lens. Denk ook aan stofdeeltjes en vuil uit je broekzak of een krasje. Je lenzen voorzie je normaliter van een dop en gebruik je enkel voor fotografie, dus normaal komt daar niks op. Qua glas is het een beetje appels met peren vergelijken, omdat bij een professionele camerazoomlens meerdere stukken glas in dezelfde lens samenwerken, of je juist met priemlenzen werkt die niet kunnen zoomen, en daarom moet wisselen tussen verschillende. Op een smartphone zitten meerdere aparte lensjes aan de achterkant die allemaal hun eigen taak hebben (fisheye, wijd, tele), en de software op je smartphone laat deze lensjes het werk naadloos van elkaar overnemen. Voor de gebruiker is het alsof men één lens bedient.

Je kunt er bij een smartphone ook geen lensfilters, zoals een ND filter of polarisatiefilter voorzetten omdat je geen schroefdraad hebt. Ook is de sensor in een telefoon vele malen kleiner dan die in een professionele camera. Dit maakt dat 20 megapixel van een smartphone er doorgaans veel modderiger en troebeler uit ziet dan 20 megapixel geschoten met een professionele camerabody. Voor professionele fotografie met externe flitsers direct op de hotshoe, of getriggerd door de hotshoe, is een veel grotere markt met meer keuze, in tegenstelling tot een geringe voor de telefoon (bijvoorbeeld de Profoto B10 met AirX).

Als je snel de focus wilt kunnen bedienen en met snel wisselende lichtomstandigheden te maken hebt, bijvoorbeeld bij reportagefotografie, dan voelt het wellicht betrouwbaarder, steviger en intuïtiever om aan de ringen van een lenskoker te draaien dan op een touchscreen te tikken en te moeten wachten op de autofocus.

Instelmogelijkheden en accessoires

Mocht je ook wel eens uitstapjes naar videografie doen met je professionele camera, dan kun je ook nog eens de sluitertijd per videoframe instellen in je camera, een lamp op de hotshoe monteren, en tegelijk nog een actieve condensator microfoon inpluggen voorzien van fantoomvoeding door de camera zelf (dit laatste heeft niet elke camera, overigens). Bij je smartphone heb je vaak de ruimte of aansluitingen er niet voor, dus vergeet dat maar; je bent aangewezen op de ingebouwde hardware van je telefoon.

Toch is een effect met bokeh (scherpte-diepte effect) van een smartphone soms een klein beetje bedrog. Bokeh is waarbij je een scherp voorgrondobject of persoon hebt met een onscherpe achtergrond. Dit is bij  smartphones soms een A.I.-samengesteld beeld; Eén smartphonelens alleen kan het niet, dus worden twee foto’s tegelijk gemaakt door twee verschillende lenzen. De ene doet de voorgrond, de andere de achtergrond. Niet alle telefoons ondersteunen overigens deze techniek in RAW-formaat, sommigen enkel wanneer je JPEG schiet.

Houdbaarheid hardware

Als laatste zit je bij een smartphone vast aan de consumptiemaatschappij. De batterij van een smartphone kan na 1 a 2 jaar al aardig in capaciteit af hebben gedaan, terwijl je bij de professionele camera gewoon even een nieuwe accu erin stopt. Bij je smartphone wordt het een trip naar de telefoonboer. Als je je smartphone niet enkel voor foto’s gebruikt, dan gaat de accu ook hard en is een powerbank onmisbaar. Ook je opslag is misschien niet altijd toereikend om in RAW te schieten. Het kan storend zijn alles op dezelfde opslag te hebben waar zowel werk als privé door elkaar staan. Het kan ook zijn dat je belangrijke app-data op je micro-SD kaart hebt staan, en van opslag moet wisselen omdat je kaart vol is. Vervolgens krijgen sommige apps daardoor problemen. En door allerlei ondoorzichtige redenen kan ook je telefoon gewoon erg traag worden.

Conclusie RAW of JPEG: Wat is het voor jou?

Al met al: het is maar waar je de foto’s voor wilt gebruiken. Smartphones kunnen dan RAW schieten, maar zoals opgesomd is daarmee lang niet alles gezegd. Er ontbreekt bij smartphones veel voor de fotograaf die het maximale uit apparatuur en accessoires wil halen. Een smartphone meenemen is echter vele malen minder zeulwerk dan een camera met bijbehoren. Aan het einde van een dag rondlopen ermee voel je dat wel. Ik denk dat RAW op smartphones een leuke extra optie is. Vooral als je je camera niet bij hebt en een spontaan fotomoment hebt dat je achteraf wil kunnen bewerken. Mijn camera zou ik er echter niet voor thuislaten. Maar we hebben allemaal toch een smartphone op zak; dus why not use both?